1. Sleutels uit het slot

Ga zorgvuldig om met sleutels. Laat ze nooit in de deur zitten.

2. Verstop je sleutel niet buiten

Laat nooit een touwtje uit de brievenbus hangen en leg geen sleutel onder de deurmat, de container, of een omgekeerde bloempot. Daar ligt je sleutel niet zo goed verstopt dan je denkt.

3. Sluit ramen en deuren wanneer u slaapt

Doe ramen en deuren als u slaapt op slot en leg de sleutels op een voor u gemakkelijk te vinden plaats.

4. Zorg dat uw huis goed zichtbaar is

Verstop uw huis niet achter bomen, schuttinkjes, schuurtjes of andere obstakels. Inbrekers werken graag uit het zicht van de openbare weg. Wanneer u uw huis verstopt, is het voor inbrekers aantrekkelijker.

5. Leg geen klimmateriaal voor het grijpen

Leg geen ladders of ander klimmateriaal voor het grijpen. Breng geen latwerken en dergelijke aan waarlangs een inbreker omhoog kan klimmen.

6. Laat het licht branden

Laat als u ’s avonds niet thuis bent net zoveel licht branden als anders. U kunt dit regelen met tijdklokken. Laat ze niet wekenlang op hetzelfde tijdstip aan en uit gaan, maar varieer.

7. Leg de telefoon naast het toestel als u weg gaat

Heeft u pas een zwijgend telefoontje gehad, leg dan de telefoon naast het toestel als u weggaat. Sommige inbrekers gebruiken de telefoon om uit te vinden of u thuis bent.

8. Nodig inbrekers niet uit!

Plak nooit een briefje op de deur met ‘ben even weg’ en gebruik het antwoordapparaat niet om uw vrienden en kennissen te laten weten dat u op vakantie bent.

9. Laat de planten in de vensterbank

Haal de planten niet van de vensterbank als u op vakantie gaat, maar vraag of iemand ze water komt geven.

10. Plaats waardevolle bezittingen uit het zicht

Waardevolle bezittingen zijn extra zorg waard. Zet ze zo neer, dat ze van buitenaf niet zichtbaar zijn. Kleine waardevolle zaken kunt u opbergen in een kluis. Vraag aan uw verzekeraar naar de eisen voor een kluis.

11. Sluit ramen en deuren wanneer u weggaat

Sluit deuren en ramen goed af als u weggaat (ook al is het voor 5 minuten, ook in die tijd kan er ingebroken worden)

12. Leg sleutels niet op voor de hand liggende plaatsen

Leg sleutels (huis, auto, etc) ook niet in huis op een voor de inbreker voor de hand liggende plek, zoals het gangkastje, een rekje in de keuken of in de jaszak.

13. Merk en registreer waardevolle spullen.

Gestolen spullen die gemerkt zijn kunnen altijd door de politie terugbezorgd worden wanneer ze teruggevonden worden. Een merkset kunt u bij de preventieadviseur of in de winkel kopen. Spullen kunt u het best merken door de postcode en het huisnummer aan te brengen. Bijvoorbeeld: NL 6899 ZZ 55.

Kortom: zorg dat uw huis een bewoonde indruk maakt, ook als u weg bent.

Bron: Nationaal Centrum voor Preventie.